Alleen |
Muziekvoorwaarden

Alleen |

Woordenboekcategorieën
termen en concepten

ital. solo, van lat. solus - een

1) In veelhoekig. in een compositie een melodisch uitgewerkte, vaak virtuoze uitvoering van één zanger of instrumentalist die de aandacht van de luisteraars naar zich toe trekt. Gelijktijdig klinkend met S. andere wok. of muziek. partijen vormen begeleiding, begeleiding. De lengte van S. kan verschillen – van meerdere. maatregelen voor hele secties. Speciale vormen van S. worden gevormd in decomp. conc. muziek genres. Hele solopartijen vallen hier op, dat wil zeggen, dezelfde uitvoerder treedt constant op met S. In de oude conc. muziek (zie Concerto grosso) heeft er vaak meerdere. solopartijen, waarvan het gelijktijdig klinken solo-episodes vormt (concertino in tegenstelling tot tutti of ripieno). Ook in concerti voor toetsinstrumenten blijkt S. polyfoon te zijn, al is de solopartij aan één uitvoerder toevertrouwd. In de klassieke en moderne In concert, samen met "echte" solo-afleveringen, wordt het soleren van een instrument (of instrumenten) tegen de achtergrond van een ork veel gebruikt. begeleiders. Dergelijke S. komen ook veel voor in balletten (ze vormen er vaak een apart nummer in, bijvoorbeeld Adagio van Odette en de Prins in de 2e akte van het ballet Zwanenmeer).

2) Muziek. prod. voor één stem of één instrument (met of zonder begeleiding).

3) Tasto solo (Italiaans, één toets, afgekort TS, aanduiding – O) – in de algemene bas, een indicatie dat de uitvoerder de baspartij moet spelen zonder akkoordgeluiden toe te voegen.

Laat een reactie achter