Draad

Viool, gitaar, cello, banjo zijn allemaal snaarinstrumenten. Het geluid erin verschijnt als gevolg van de trilling van de uitgerekte snaren. Er zijn strijk- en tokkelsnaren. In de eerste komt het geluid voort uit de interactie van de boog en de snaar - de wrijving van het booghaar zorgt ervoor dat de snaar trilt. Violen, cello's, altviolen werken volgens dit principe. Tokkelinstrumenten klinken doordat de muzikant zelf, met zijn vingers, of met een plectrum, de snaar aanraakt en laat trillen. Gitaren, banjo's, mandolines, domra's werken precies volgens dit principe. Merk op dat sommige strijkinstrumenten soms met tokkelen worden bespeeld, waardoor een iets ander timbre wordt bereikt. Dergelijke instrumenten omvatten violen, contrabassen en cello's.