Tanbur: beschrijving van het instrument, structuur, geschiedenis, gebruik

Tanbur (tamboer) is een snaarinstrument dat lijkt op een luit. Het is uniek omdat het de enige onder de oosterse instrumenten is die geen microtonale intervallen in zijn geluid heeft.

Het bestaat uit een peervormig lichaam (dek) en een lange nek. Het aantal snaren varieert van twee tot zes, geluiden worden geëxtraheerd met behulp van een plectrum (plectrum).

Het oudste bewijs in de vorm van zegels die een vrouw afbeelden die de tamboer bespeelt, dateert van drieduizend jaar voor Christus en werd gevonden in Mesopotamië. Sporen van het gereedschap werden ook gevonden in de stad Mosul in het duizendste jaar voor Christus.

De tool wordt veel gebruikt in Iran – daar wordt het beschouwd als heilig voor de Koerdische religie en wordt het gebruikt voor verschillende rituelen.

Het leren spelen van de tamboer vereist een hoge vaardigheid, aangezien alle vingers van de rechterhand bij het spel betrokken zijn.

Tanbur wordt voornamelijk gemaakt door ambachtslieden uit Bukhara. Nu wordt het in veel landen in verschillende interpretaties gevonden. Het kwam naar Rusland via het Byzantijnse rijk en werd later aangepast in dombra.