Muziekvoorwaarden – D
Muziekvoorwaarden

Muziekvoorwaarden – D

D (Duits de, Engelse di) – de letteraanduiding van de klank re
Da (het. ja) - van, van, van, naar, volgens
Da capo al prima (da capo al fine) – herhaal van begin tot eind
Da capo en poi la coda (da capo e poi la coda) – herhalen vanaf het begin en dan – coderen
Da capo sin'al segno (ja capo sin'al segno) – herhaal vanaf het begin tot het teken
dak (Duitse dah) – deca; Letterlijk dak
van (it. dali) – voorzetsel da in combinatie met het bepaald lidwoord van het mannelijke meervoud – van, van, van, tot, door
Kom op (het. geven) - voorzetsel da in combinatie met het bepaald lidwoord van het mannelijke meervoud - van , van, van, tot, door
Uit(it. dal) - het voorzetsel da in combinatie met het enkelvoud mannelijk bepaald lidwoord - van, van, met, naar, volgens
dall ' (it. dal) - het voorzetsel da in combinatie met de def. artikel echtgenoot. en het vrouwelijke enkelvoud - van, van, van, naar, volgens
Door (it. Dalla) – het voorzetsel da in combinatie met het bepaald lidwoord van het vrouwelijk enkelvoud – van, van, van, naar, volgens
Van (it. Dalle) - het voorzetsel da in combinatie met het meervoud vrouwelijk bepaald lidwoord - van, van, van, naar, volgens
van (it. Dallo) - het voorzetsel da in combinatie met het enkelvoud mannelijk bepaald lidwoord - van, van, van, naar, volgens
Dal segno (it. dal segno) – van het teken
Vochtig (eng. dump) – demp het geluid
Demper (dempe) – 1) demper; 2) dempen
stom (Duitse demper) - demper, geluiddemper, dempen; mit Dämpfer (mit demper) - met een demper; ohne Dämpfer (één demper) – zonder demper
Dämpfer ab (demper ab) – dempen verwijderen
Verdamper op (demper auf) – op mute zetten
Demper weg (dempfer weg) – dempen verwijderen
Dans (Engelse dans) – 1) dans, dans, dansmuziek, dansavond; 2) dans
Dansend feest (dansin pati) - dansavond
Dann (Duitse Dan) - dan, dan, dan
In (Franse Dan) - in, door, op
Dansen (Franse Dansan) - dansen, dansen
dans (fr. Dane) - dans, dans
Dans van de dood (dane macabre) - dans van de dood
In de vleugels (fr. Dan le backstage) - speel backstage
Dans le sentiment du debuut (fr. dan le centiment du debu) - terugkeren naar de oorspronkelijke stemming [Debussy. voorspelen]
Dans een brume doucement sonore (Franse danjun brum dusman sonor) - in een zacht klinkende mist [Debussy. "Verzonken kathedraal"]
Dans une expression allant grandissant (Franse danzun-uitdrukking alan grandisan) – geleidelijk majestueuzer [Debussy]
Dans een ritme zonder rigoureus en zorgzaam (Franse danz en rhythm san riger e caresan) – in vrij verkeer, liefkozend [Debussy. "Zeilen"]
Geen hoogtevrees (Frans danz en vertige) - duizelingwekkend [Scriabin. "Prometheus"]
Dance (it. danza) - dans
Danza macabra (dans macabra) - dans van de dood
Donker (Engelse daakli) - somber, mysterieus
Darmsaiet (Duitse darmzaite) –
Daumenaufsatz-gut snaar (Duitse daumenaufsatz) – “weddenschap” (ontvangst van spelen op cello)
de, d' (fr. de, d') - van, van, over; teken bevalt, zaak
in toenemende mate (Frans de plus en plus) – steeds meer
De plus en plus durf (Frans de plus en plus ode) – steeds brutaler [Skryabin. symfonie nr. 3]
De plus en plus éclatant (Frans de plus en plus eklatan) - met toenemende schittering, sprankeling [Scriabin. symfonie nr. 3]
De plus en plus entraînant(Frans de pluse en pluse entrenan) – steeds boeiender [Scriabin. Sonate nr. 6]
De plus en plus groot en krachtig (Frans de plus en plus large e puissant) – breder en krachtiger [Scriabin. symfonie nr. 3]
De plus en plus lumineus en flamboyant (Frans de pluse en pluse lumine e flanbuayan) - helderder, laaiend [Scriabin]
De plus en plus straal (Frans de pluse en pluradier) – steeds stralender [Skryabin. Sonate nr. 10]
De plus en plus sonore et anime (Frans de plus en plus sonor e anime) – steeds sonoorer en levendiger [Scriabin. Sonate nr. 7]
De plus en plus triomfantelijk (fr. de plus en plus trionfant) – met toenemende triomf [Scriabin. symfonie nr. 3]
De plus prés (Frans de plus pre) - alsof het nadert
Van profundis (lat. de profundis) – “Uit de afgrond” – het begin van een van de katholieke gezangen
Debil (het. debile), Zwak (debole) - zwak, uitgeput
Zwakheid (debolezza) – zwakte, uitputting, instabiliteit
ontbolsterd (debolmente) - zwak
begin (Frans debuut), Debuut (it. debutto) - debuut, begin
Ontsnappen (Franse dechant) - hoge tonen (soort oud, polyfonie)
Ontcijferen (Frans ontcijferen) - ontleden, lezen van het blad
Déchirant, kom eens met een cri (fr deshiran, com en kri) – als een hartverscheurende kreet [Scriabin. "Prometheus"]
Beslist (Franse kant) - resoluut
tiende(het. dechima) - Decimol
decimol (het. decimol) - decimol
Beslist (it. dechizo) - resoluut, moedig
Decke (Duitse dekke) - het bovendek van de snaarinstrumenten
Declamando (it. deklamando) - reciteren
declamatie (Engels deklemeyshen), declamatie (Franse deklamatie), Declamatie (it. deklamatione) - recitatie
Afbreken (fr. dekonpoze) - scheiden
Ontleden (dekonpoze) - verdeeld
Afnemend (it. dekrashendo) - geleidelijk de kracht van het geluid verminderen; hetzelfde als diminuendo
Toewijding (Franse Dedikas), Toewijding (Engelse opdracht),Toewijding (het. toewijdinge) - toewijding
Dedie (fr. dedie), Toegewijd (eng. wijden), Dedicated (it. dedicato) - opgedragen aan
Diep (eng. diip) – laag
Verdiepen (verdiepen) - lager [geluid]
uitdaging (fr. defi) – uitdaging; met zeker (avec defi) - uitdagend [Scriabin. "Prometheus"]
tekort (it. deficiendo) - vermindering van de kracht van geluid en bewegingssnelheid] wegsterven; hetzelfde als mancando, calando
van (it. degli) – het voorzetsel di in combinatie met het meervoud mannelijk bepaald lidwoord – van, van, met
graad (Franse graad), Mate(Engels digri) - mate van modus
rekken (Duitse denen) - vastdraaien
Buiten (Franse deor), uit (an deór) - hoogtepunt, hoogtepunt; letterlijk buiten
van (it. dei) – het voorzetsel di in combinatie met het bepaald lidwoord van het mannelijke meervoud – van, van, met
Deklamatie (Duitse declamatie) - recitatie
Deklameren (deklamiren) - reciteren
Del (it. del) – voorzetsel di in combinatie met het mannelijke enkelvoud bepaald lidwoord – van, van, met
Ontslag (fr. delyasman) – 1) rust; 2) licht muziekstuk
Vertraging (Engels vertraging) - detentie
Bewust (het. deliberatamente),Opzettelijk (deliberato) - resoluut, levendig, moedig, enigszins versnellen van de beweging
Beraadslagen (Engelse diliberite) - voorzichtig, ontspannen
delicaat (Franse Delica), Verfijning (delikatman), Delicaat (het. delikatamente), met delicatesse (met delicatezza), gevoelig (delicato) - zacht, delicaat, gracieus, elegant, verfijnd
Delicatement is presque zonder nuances (Franse delikatman e presque san nuance) – zachtjes en bijna zonder nuances [Debussy. "Pagoden"]
Vreugde (Franse Dalys) – plezier; met délice (avec délice) - genietend van [Scriabin. "Prometheus"]
losgemaakt (Franse delie) - gratis
Delirando (it. delirando) - fantaseren
delirare (delirare) - fantaseren
Delirium (delirio) - fantaseren, genot
Delizia (it. delicia) - vreugde, bewondering, plezier; met delizia (con delizia) - vreugdevol, bewonderend, genietend
Verrukkelijk (delicioso) - charmant, charmant
Dell ' (it. del) – het voorzetsel di in combinatie met het bepaald lidwoord echtgenoot. en vrouwelijk enkelvoud - van, van, met
Della (it. Della) – het voorzetsel di in combinatie met het bepaald lidwoord van het vrouwelijk enkelvoud – van, van, met
Van(It. Delle) – het voorzetsel di in combinatie met het meervoud vrouwelijk bepaald lidwoord – van, van, met
Dello (It. Dello) - het voorzetsel di in combinatie met het enkelvoud mannelijk bepaald lidwoord - van, van, met
ontmancher (fr . Demanche) – op strijkinstrumenten, de overgang van de ene positie naar de andere.
toepassing (fr. vraag) - leider in de fuga
Demi-cadans (fr. demi-cadans) - halve cadans
Demi-jeu - hetzelfde) - speel op halve kracht
Demi-maat (Franse demi-mazure) - half-tact
Demi-pauze (fr. demi-pos) - halve pauze
demisemiquaver (eng. demisemikueyve) – 1/32 (noot)
Demi-soepir (fr. demi-supir) – 1/8 (pauze)
halve toon (fr / halve toon) - halve toon Demi-voix (fr. demi-voix), een demi-voix – in een ondertoon
Denkmaler der Tonkunst (Duitse denkmaler der tonkunst) - monumenten van muzikale kunst (academische edities van oude muziek)
van (Franse depuis) ​​​​- van, met
taai (Duitse derb) - ruwweg, scherp
Achter de schermen (Franse darrier la seine) – achter de schermen
Derrière le chevalet (Franse derry le chevale) - [spelen] achter de standaard (op strijkinstrumenten)
uit de toon (Franse dezacorde) - ontstemd
decanteren (Engels descant) - 1) lied, melodie, melodie; 2) drievoud
Afstammeling (Franse desandan) - aflopend
aflopend (it. deshendendo) – het geleidelijk verminderen van de kracht van het geluid; hetzelfde als Decrescendo
decoreren (Frans decor) – een lied van troubadours, trouveurs
Verlangen (it. desiderio) - verlangen, passie, aspiratie; con desiderio (con desiderio) - hartstochtelijk, hartstochtelijk; con desiderio intenso (con desiderio intenso) - heel vurig, hartstochtelijk
Bureau (eng. bureau) - muziekstandaard
verlaten (het. desolato), Teleurgesteld (fr. Desole) - treurig, ontroostbaar
Rommelig (fr. desordone) - willekeurig [Skryabin. "Donkere vlam"]
ontwerp (Franse Dessen) - tekenen
Dessin melodie (dessen melodisch) - melodische tekening
lingerie(Franse dessu) - bodem, bodem, bodem; du dessous (Frans du Dessus) - hieronder, minder dan
Bovenstaande (Franse Dessus) – 1) op, boven, boven; 2) hoge tonen, bovenstem
Dessus de viool (dessyu de viol) – oud, geroepen. violen
rechts (it. destra) - rechts [hand]
colla destra (colla destra), destra mano (destra mano) - rechterhand
Vernietigd (it. destramente) - behendig, gemakkelijk, levendig; met destrezza (con destrezza) – met gemak, levendigheid
Desvario (Spaans: desvario) – gril, delirium; met desvario (con desvario) - grillig, alsof hij ijlt
détaché (fr. detache) - detail: 1) een slag op strijkinstrumenten. Elk geluid wordt geëxtraheerd door een nieuwe bewegingsrichting van de strijkstok zonder los te komen van de snaar; 2) toetsinstrumenten afzonderlijk bespelen [Prokofjev. Sonate nr. 7]
losmaken (Franse detandre) - verzwakken
bepalen - (It. determinato) - beslissend
ontploffing (Duitse ontploffing), Ontploffing (Franse ontploffing) - ontploffing
Ontploffen (ontploffen), Ontsteken (Duitse detoniren) - ontploffen
Zei (it. detto) - hetzelfde, genoemd, eerder genoemd
Deutlich (Duits
doitlich ) - duidelijk, duidelijk
Deux (fr. de) – twee, twee; tweevoudig (a de) – samen; met twee handen (a de main) – in 2 handen
Tweede (fr. desiem) - tweede, tweede
Twee quatres (fr. de quatre) – maat 2/4
Ontwikkeling (eng. divalepment), ontwikkeling (fr. developer) - ontwikkeling [onderwerpen], ontwikkeling
Valuta (Frans bedenken) - motto (aanduiding op de mysterieuze canon, waardoor het mogelijk is om de canon te lezen)
Toewijding (het. toewijding), Divisie (divotsione) – eerbied; con Toewijding (met liefde), met scheiding (echtgenote), Devoto(devoto) - eerbiedig
extra (lat. dextra) - rechts [hand]
Dezime (Duits decimaal) - decimaal
Dezimett (Duitse decimet) - ensemble en compositie voor 10 artiesten
Dezimol (Duitse decimol) - decimol di (it. di) - van, van, met; geboorte teken. geval
diabolus in musica (lat. diabolus in muziek) - tritonus; letterlijk de duivel in muziek-
_ – bereik: 1) volume van stem of instrument; 2) een van de registers body 3) it., fr. stemvork Diapent
(Grieks - It. diapente) - vijfde
Diafonie (Griekse diafonie) – 1) dissonantie; 2) type oud, polyfonie
diastema (Italiaans diasteem) - interval
diatonisch (Engels dayethonisch), Diatonisch (Italiaans diatonisch), diatonisch (Franse diatonische), diatonisch (Duits diatonisch) -diatonisch
Di bravoure (Italiaans di bravura) – stoutmoedig, briljant dictio
( lat. dictio ) - dictie
De anderen (Duits di Anderen) - anderen, andere partijen -scherp Sterft irae
(lat. Dies ire) – “Dag van de Toorn” [“Laatste Oordeel”] – de beginwoorden van een van de delen van het requiem
verschillen (Spaanse diferencias) - variaties op het Spaans. componisten (luitspelers en organisten uit de 16e eeuw)
Verschil (Franse verschil), Verschil (Engelse difrans), verschil (Duitse verschillen), verschil (Italiaans differenza) - verschil, verschil
Differentiae tonorum (lat. differentsie tonorum) – diverse besluiten, de formules in het gregoriaans van de psalmen
moeilijkheden (het. moeilijk), moeilijkheid (fr. moeilijk), Moeilijkheid (eng. diffikelti) – moeilijkheid, moeilijkheid
Digitaliseren(it. digitatsione) - vingerzetting
Dilettant (it. Dilettant, fr. Dilettant, eng. Dilitanti) - dilettante, minnaar
dilettazione (it. dilettazione), Diletto ( diletto) – plezier,
genot , ijver; met toewijding (con diligenta) - ijverig, ijverig
Diludium (lat. dilyudium) - intermezzo
Verdunnen (it. dilyuendo) – het geluid geleidelijk verzwakken
Dilungando (het. dilyungando), Dilungato (dilyungato) – uitrekken, aanspannen
verminderde (eng. verminderen), Verlaagt (fr. verkleinwoord), afgenomen(het. diminuito), diminutus (lat. diminutus) - verminderd [interval, akkoord]
diminuendo (it. diminuendo) - geleidelijk aan verzwakken
verkleining (lat. diminutsio) – afname: 1) ritmische vernauwing van het thema; 2) in mensurale notatie, een afname van de duur van noten; 3) decoratie
Vermindering (Franse diminutie, Engelse diminyushn), Vermindering (Duitse diminuts6n), Diminuzione (it. verkleining ) – 1) vermindering van de duur; 2) decoraties met korte looptijden
Di molto (it. di molto) - heel, veel, genoeg; geplaatst na andere woorden, versterkt hun betekenis; bijv allegro van molto – sneller dan allegro
dinamica(it. dynamiek) – de kracht van geluid en zijn veranderingen
Difonium (Grieks – Latijns diphonium) – een stuk voor 2
stemmen een cyclus van 2 stuks) Direct (eng. direct) - gedrag Director (directe) - dirigent Aanwijzingen (fr. richting) – 1) geleiden; 2) afgekort. scoren; 3) toevoegen, notenbalk in orkest. delen van de 1e viool, piano of accordeon, waarop de hoofdthema's van andere partijen zijn uitgeschreven, met vermelding van hun inleiding Directeur van Coro (it. direttore del coro) - koordirigent Directeur van het orkest (it. direttore d'orkestra) - dirigent
richting (it. diretzione) - dirigeren
lijkzang (eng. Deedzh) - begrafenislied
dirigent (Duitse dirigant) - dirigent
Leiden (fr. dirigent), Direct (het. dirigere), Dirigeren (Duitse dirigiren) - dirigeren
Rechtdoor (het . diritta) - rechts [hand]; hetzelfde als destra
Vuile tonen
( eng. kindertonen) – een techniek van jazz, performance, gebaseerd op de vervorming van
a gehumeurd
toon disco), schijf (fr. schijf) - grammofoonplaat
Discord (Engelse schijf), Discordantie (discoderen), Discordante noot (discodenoot), discordanza (het. dissonant) -dissonantie
dissonant (fr. discordan, eng. diskodent) - dissonant
discreet (fr. discre), discreet (het. discretamente), discreet (discreto) - ingetogen, matig
Diseur (fr. Dizer), onbruikbaar (dizez) - zanger, zanger, optreden
ontleden (it. dizjunzhere) - scheiden, uit elkaar halen
Disharmonie (eng. diskhaameni) – disharmonie
Onvoldoende (het . disinvolta), met desinvoltuur(kon dizinvoltura) - vrij, natuurlijk
Discant (Duitse hoge tonen) – 1) de hoogste kinderstem; 2) deelname aan het koor of de wok. ensemble, uitgevoerd door kinder- of hoge vrouwenstemmen; 3) een van de registers van het orgel
Diskantschlüssel (Duitse treble shlussel) - de g-sleutel
wanorde (het. disordinamente), con wanorde (con disordine) - in wanorde, verwarring
Ten einde raad (het. verspreid), met verspreiding (con disparatione) - ontroostbaar, in wanhoop
Disprezzo (it. disprazzo) - verwaarlozing, minachting
Dissonantie (Franse dissonantie, Engelse disenantie), Dissonantie (Lat.dissonant (Duitse dissonantie), Dissonantie (it. dissonantie) - dissonantie, dissonantie
afgelegen (eng. afstandelijk) - op afstand, ingetogen, koud
onderscheid (lat. distinctio) – verschillende conclusies, formules in het gregoriaans zingen van psalmen
Distinto (it. distinto) - duidelijk, duidelijk, duidelijk, apart
Distonaar (it. distonare) - ontploffen
dithyrambe (Engelse ditiramb), Dithyrambe (Franse ditiranb), Dithyrambe (Duitse ditirambé), Ditirambo (It. ditirambo) - dithyramb
ditonus (Grieks - lat. ditonus) - dichord (een toonladder van 2 klanken binnen een terts)
Ditteggiatura(it. Dittejatura) - vingerzetting Dittico
( Het . dittiko) – tweeluik (muziekcyclus van 2 stukken)
divertissement (het. divertimento), Divertissement (fr. 1) amuseren, optreden; 2) dans. suite of invoegnummers in ballet en opera; 3) een soort suite voor een instrument, ensemble of orkest; 4) een licht, soms virtuoos stuk als potpourri; 5) intermezzo in de fuga Goddelijk (fr. Diven) - goddelijk Goddelijke essor (goddelijke esor) - goddelijke impuls [Scriabin. symfonie nr. 3] Divisie (it. Divisi) - de verdeling van homogene snaarinstrumenten, de stemmen van het koor in 2 of meer delen; letterlijk gescheiden
Divotament (het. divotamente), Toegewijd (divoto) - eerbiedig, toegewijd
Dixieland (eng. dixieland) – een van de stijlen van jazz, muziek
Tiende (fr. disem) - decima
Dixtuur (fr. dixtuor) – ensemble en compositie voor 10 uitvoerders
Do (it., fr. do, eng. dou) - geluid ervoor
Maar (Duitse doh) – maar toch
Doe het niet zo (doh nicht zu zer) – maar niet te veel; hetzelfde als dat non troppo
Docke (Duits dok) - "jumper" (onderdeel van het klavecimbelmechanisme)
Dodecafonie (It. dodekafonie), Dodecaphonie (Franse dodekafoni), dodecafonu (Engelse doudekafouni),Dodekafonie (Duitse dodecafonie) - dodecafonie
Dogliosamente (het. dolosamente), Doglios (doloso) - verdrietig, treurig, bedroefd
Vingerzetting (fr. duate) - vingerzetting
Doigté fourchu (duate fourchu) - vorkvingerzetting [op een houtblazersinstrument]
Doe het ( Engelse doit ) - een korte glissando over het verwijderen van geluid (ontvangst van spelen in popmuziek, muziek)
zoet (het. dolce), Voorzichtig (dolcement), zoon dolcezza (con dolcezza) - aangenaam, zachtaardig, liefdevol
Dolciaans (lat. Dolcian) – 1) een houtblazersinstrument (de voorloper van de fagot); 2) een van de registers van de
Dolente-orgel(it. dolente) - klagend, treurig
Dolore (it. dolore) - verdriet, verdriet, verdriet
Pijnlijk (doloroso), met Dolore (con dolore) - met pijn, verlangen, helaas
Dolzflöte (Duitse dolzflete) - een oud type dwarsfluit
dominant (Engels dominant), dominant (Italiaans dominant, Frans dominant), dominant (Duitse dominant) - dominant
Dominantedreiklang (Duitse dominant-driklang) - triade op de dominant
Dominanteneptimenakkord (Duitse dominantseptimenakkord) - dominantsept-akkoord
Dominee Jesu Christe (lat. domine ezu christe) – de openingswoorden van een van de delen van het requiem
Dona nobis pacem(lat. dona noois patsem) – “Geef ons vrede” – de eerste woorden van de katholiek. gezangen
Donnermachine (Duitse donnermashine) - een percussie-instrument dat de donder vertegenwoordigt
Na (It. dopo) - daarna, dan
Dubbel-Be (Duitse dubbel-be), Doppelerniedrigung (doppelernidrigung) - dubbel plat
Dubbelkoor (Duitse doppelkor) - dubbelkoor
Doppelerhöhung (Duitse doppelerhe-ung) - dubbel scherp
Dubbelflöte (Duitse doppelflete) - een van de registers van het orgel
dubbelvlucht (Duitse dubbelfuge) - dubbele fuga
dubbel handvat (Duitse doppelgriff) - speeltechniek voor dubbele noten op snaarinstrumenten
Dubbelhoorn(Duitse dubbelhoorn) - dubbele hoorn
Dubbelkanon (Duits doppelkanon) - dubbele canon
Dubbelkonzert (Duitse doppelkontsert) - dubbelconcert (werk voor 2 solisten met orc.)
Dubbelkreuz (Duits doppelkreuz) - dubbel scherp
Dubbelloket (Duitse doppeloktaaf) - dubbel octaaf
Dikke darm (Duitse doppelpunkt) – 2 puntjes aan de rechterkant van het biljet
dubbele slag (Duitse doppelshlag) - groupetto
Dubbele (Duitse doppelt) - dubbel, dubbel
Dubbel besetzt (doppelt besetzt) ​​​​- dubbele compositie
Dubbel zo langsam (doppelt zo langzam) – twee keer zo langzaam als
Dubbel zo onbezonnen (dubbel zo haastig),Dubbel zo schnell (doppel so shnel) – twee keer zo snel
Dubbeltaktnotitie (Duitse doppeltaktnote) - noot duurt 2 maten
Dubbeltriller (Duitse dubbeltriller) - dubbele triller
Dubbelvorschlag (Duitse doppelforshlag) - dubbel
gratie Doppelzunge (Duitse doppelzunge) - dubbele blaastaal (ontvangst van het bespelen van een blaasinstrument)
Doppia croma (it. Doppia croma) - 1/16 [noot] (semicroma)
dubbel (it. doppio) - dubbel
Doppio-concert (doppioconcert) - dubbelconcert
Doppio beweging (doppio movemento) – met dubbele snelheid
Doppio pedalen (doppio pedale) - dubbel pedaal
Doppio trillo(doppio trillo) - dubbele triller
Doppio bemolle (it. Doppio bemolle) - dubbel plat
Doppio diesi, diesis (it. doppio diesi, diesis) - dubbel scherp
Dorische Sexte (Duitse dorishe sexte) - Dorian
zes Dorius (lat. dorius) – Dorisch [modus]
Stip (eng. punt) - punt [verlenging van de vorige noot]
Dubbel (fr. double, eng. double) – 1) verdubbeling, herhaling; 2) de oude naam van de variaties
Dubbel (Franse dubbel), Dubbele cadans (Engelse dubbele cadans) - oud, genoemd. groep
Dubbele barre (Franse dubbele streep) - dubbele [laatste] regel
Dubbele bas (Engelse contrabas) - contrabas
Dubbelfagot (Engelse contrabas) - contrafagot
Contrabastrombone (Engelse contrabastrombone) - contrabastrombone
Dubbele bémol (Franse dubbele bambl), Dubbel plat (Engels dubbel plat) - dubbel plat
Dubbele contrabas (FR .dubbele contrabas) - subcontrabas
Dubbel koord (fr. dubbel koord) - ontvangst van het spelen van dubbele noten op snaarinstrumenten
Dubbele staatsgreep (fr. double ku de lang) - dubbele tongslag (ontvangst van het bespelen van een blaasinstrument)
Dubbele haak (fr. stokje) – 1/16 (let op)
Dubbel zo (Franse dubbele scherpe), Dubbele kartel (Engelse dubbele shaap) - Dubbel scherp
Dubbele hoorn(Engelse dubbele khoon) - dubbele hoorn
Dubbel snel (Engels dubbel snel) - erg snel
Dubbel stoppen (Engelse dubbele stop) - de techniek van het spelen van dubbele noten op een snaarinstrument
Dubbel-drievoudig (Franse dubbele triple) – maat 3 / 2
Langzaam (Franse Dusman) - voorzichtig
Doucement geluid (Dusman sonor) – met een zachte, lichte sonoriteit
Doucement en dehors (Dusman en deor) – zacht accentuerend
zachtheid (Duser) - tederheid
Pijnlijk (Franse dulure) – pijnlijk (dulyurezman) - helaas, treurig
Douloureux déchirant (Franse dulure deshiran) – met hartverscheurend verdriet [Scriabin]
Doux(fr. du) - zacht, aangenaam, kalm, zacht
Doux en een peu gauche (fr. du e en pe gauche) – voorzichtig en enigszins onhandig [Debussy. "Jimbo's slaapliedje"]
Douzehut (Franse Duzuyt) - maat 12/8
Douzieme (Franse Douzem) - twaalfvingerige darm
Downbeat (Engelse downbeat) - 1 en 3 beats van de maat (jazz, term)
neerwaartse slag (Engelse neerwaartse slag) - neerwaartse beweging
Dramatisch (Engels dramatiek), Dramatisch (Italiaans dramatiek), Dramatisch (Franse dramatische), Dramatisch (Duits dramatisch) - dramatisch, dramatisch
Dramatische lyriek (Franse drumtekstschrijver), muziekdrama (drummusical) - muziek. drama
Drama (het. drama) - drama
Drama lirico (dramatekst), Drama in muziek (drama in muziek), Drama per la musica (drama peer la music) - opera
Drama giocoso per musica (drama jokoso peer-muziek) - komische opera
Drama semiseria per musica (drama semiseria peer music) - semi-serieuze opera (letterlijk semi-serieus)
Drängend (Duitse drengend) - versnellen
Dromerig (Engelse drimil) – dromerig
Dromerig (drimi) – dromerig
dreher (Duitse dreer) - Oostenrijk. nationale walsdans; hetzelfde als Landler
Drehleier (Duitse dreyleyer) - een lier met een draaiend wiel
Drehnote (Duitse draynote) - cambiata
draaiorgel (Duitse dreyorgel) - draaiorgel
roterende klep: (Duitse dreyventil) - roterende klep (voor koperblazers)
verdrievoudigen (Duitse driftah) - drie keer
Dreifach geteilt (drift geteilt) – verdeeld in 3 partijen; hetzelfde als divisi a tre
Dreilang (Duitse dreiklang) - triade
Drievoudig (Duitse draitaktich) – tel 3 maten
elke Dringend (Duits dringend) - dringend
rechtdoor (it. Dritta) - rechts [hand], hetzelfde als destra, diritta
Drive (Engelse drive) - druk, activiteit in geluidsproductie en uitvoering (jazz, term); letterlijk in beweging gezet
Drohend(Duitse droend) – dreigend [R. Strauss]
Droite (Franse druat) - rechts [hand]
Drogistisch (Franse drolyatik) – grappig, grappig, bizar
Drone (Engelse drone) –
Drukklep doedelzak baspijp (Duitse drukventil) - pompventiel voor koperblazers
Trommel (Trommels) - trommel
Drums (Engels drama) - percussie-instrumenten (in een jazzorkest)
Trommelstok (Engelse drumstick) - [spelen] met een drumstick
Droog (Engels droog) - droog, droog
Dudelsack (Duitse dudelzak) - doedelzak
Verschuldigd (it. duet) - twee
Tweemaal (due volte) - 2 keer, twee keer
Duet (Engels duet),Duett (Duits duet), Duet (it. Duetto) - duet
hakkebord (Engelse dalcime) - bekkens
Du milieu de l'archet (Fr. du milieu de l'archet) - [spelen] in het midden van de boog
Dumpf (Duitse dumpf) – doof, gedempt
D'un ritme souple (fr. d'en rhythm supl) – in een flexibel ritme
Duo (it.duo, fr.duo), Duo (het duo) - duet
twaalfvingerige darm (het. twaalfvingerige darm), Duodezime (Duits duodeciem) -duodecima
Duole (het. dubbel), Duole (Duitse dubbel), Duolet (fr. duole) - duaal
Duo (it. duolo) - verdriet, verdriet, lijden; conduolo(con duolo) - verdrietig, treurig
Dupla (lat. hollow) - in mensurale muziek, halvering van de duur
Duplex lang (lat. duplex longa) - een van de grootste tijdsduren in mensurale notatie; hetzelfde als maxima
duplo (Latijnse Duplum) - 2e stem van het organum
Dur (Duitse Dur) - majoor
duur (durakkord) – majeurakkoord
Duur (It Duramente), Duro (duro) - hard, ruw
Door (Duits Duits) - door, door
Absoluut (Duits Durhaus) - volledig, volledig, zonder mankeren
uitvoering(Duits durhfürung) - 1) het uitvoeren van een thema in alle stemmen (in een fuga); 2) ontwikkeling van thematisch materiaal: 3) ontwikkeling
van Durchführungssatz (Duits durhfürungszatz) - het ontwikkelingsgedeelte van het werk
passage (Duitse durhgang), Durchgangston (durchganston) - een voorbijgaand briefje
Durchkomponiert (Duitse durkhkomponiert) - [lied] van niet-coupletstructuur
Durchweg (Duitse durhwegs) – altijd, overal
Durdreiklang (Duitse durdreiklang) - grote drieklank
Duur (Franse Duret) - nootduur
hardheid (Franse Durete) - hardheid, stijfheid, strengheid
hardheid (it. Durezza) - hardheid, onbeschoftheid, scherpte, stijfheid; con hardheid (con durezza) - stevig, scherp, grof
Durgeschlecht (Duitse durgeschlecht) - grote neiging
Durtonarten (Duitse durtonarten) - majeur toetsen
Durus (Lat. Durus) – hard, hard
Somber (Duitse stofdoek) - somber
Plichtshoorn (Engelse diensthoorn) - signaalhoorn
Doge (lat. Dux) – 1) het thema van de fuga; 2) de eerste stem in de canon
Sterven (eng. Dayin), afsterven (dayin eway) - vervagen, vervagen
Dynamica (eng. dynamisch), dynamiek (ger. spreker), Dynamisch (fr. speaker) – dynamiek (de kracht van geluid en zijn veranderingen

Laat een reactie achter