олтан Кодай (Zoltan Kodály) |

Zoltán Kodály

Zijn kunst neemt een speciale plaats in in de moderne muziek vanwege de kenmerken die het verbinden met de meest karakteristieke poëtische manifestaties van de Hongaarse ziel: heroïsche teksten, oosterse fantasierijkdom, beknoptheid en discipline van expressie, en vooral dankzij de uitbundige bloei van melodieën. B. Sabolchi

Z. Kodály, een uitstekende Hongaarse componist en musicoloog-folklorist, verbond zijn creatieve, muzikale en sociale activiteiten nauw met het historische lot van het Hongaarse volk, met de strijd voor de ontwikkeling van de nationale cultuur. Vele jaren van vruchtbare en veelzijdige activiteit van Kodály waren van groot belang voor de vorming van de moderne Hongaarse school van componisten. Net als B. Bartok creëerde Kodály zijn compositiestijl op basis van de creatieve implementatie van de meest karakteristieke en levensvatbare tradities van de Hongaarse boerenfolklore, gecombineerd met moderne muzikale expressiemiddelen.

Kodai begon muziek te studeren onder begeleiding van zijn moeder en nam deel aan traditionele familiemuziekavonden. In 1904 studeerde hij af aan de Budapest Academy of Music met een diploma als componist. Kodály kreeg ook een universitaire opleiding (literatuur, esthetiek, taalkunde). Vanaf 1905 begon hij Hongaarse volksliederen te verzamelen en te bestuderen. De kennismaking met Bartok mondde uit in een sterke langdurige vriendschap en creatieve samenwerking op het gebied van wetenschappelijke folklore. Na zijn opleiding reisde Kodály naar Berlijn en Parijs (1906-07), waar hij de West-Europese muziekcultuur bestudeerde. In 1907-19. Kodály is een professor aan de Budapest Academy of Music (theorieles, compositie). Gedurende deze jaren ontplooien zijn activiteiten zich op velerlei gebied: hij schrijft muziek; zet de systematische verzameling en studie van Hongaarse boerenfolklore voort, verschijnt in de pers als musicoloog en criticus en neemt actief deel aan het muzikale en sociale leven van het land. In de geschriften van Kodaly in de jaren 1910. – piano en vocale cycli, kwartetten, kamermuziekensembles – combineren op organische wijze de tradities van klassieke muziek, de creatieve implementatie van de kenmerken van de Hongaarse boerenfolklore en moderne innovaties op het gebied van muzikale taal. Zijn werken krijgen tegenstrijdige beoordelingen van critici en de Hongaarse muziekgemeenschap. Het conservatieve deel van luisteraars en critici ziet in Kodai slechts een ondermijning van tradities. een gedurfde experimentator, en slechts een paar vooruitziende muzikanten associëren de toekomst van de nieuwe Hongaarse compositieschool met zijn naam.

Tijdens de vorming van de Hongaarse Republiek (1919) was Kodály adjunct-directeur van de vernoemde Staatshogeschool voor muziekkunst. F. Liszt (zo werd de Muziekacademie hernoemd); samen met Bartók en E. Dohnanyi werd hij lid van de Musical Directory, die tot doel had het muzikale leven van het land te transformeren. Voor deze activiteit onder het Horthy-regime werd Kodály vervolgd en voor 2 jaar van school geschorst (hij doceerde opnieuw compositie in 1921-40). 20-30s – de hoogtijdagen van Kodály's werk, hij creëert werken die hem wereldfaam en erkenning bezorgden: “Hongaarse Psalm” voor koor, orkest en solist (1923); de opera Sekey Spinning Mill (1924, 2e editie 1932); heroïsch-komische opera Hari Janos (1926). “Te Deum van het Buda-kasteel” voor solisten, koor, orgel en orkest (1936); Concerto voor orkest (1939); "Dances from Marošsek" (1930) en "Dances from Talent" (1939) voor orkest, enz. Tegelijkertijd zette Kodai zijn actieve onderzoeksactiviteiten op het gebied van folklore voort. Hij ontwikkelde zijn methode van massaal muzikaal onderwijs en onderwijs, waarvan de basis het begrip van volksmuziek vanaf jonge leeftijd was, en het als een inheemse muzikale taal absorbeerde. De Kodály-methode is algemeen erkend en ontwikkeld, niet alleen in Hongarije, maar ook in veel andere landen. Hij is de auteur van 200 boeken, artikelen, leermiddelen, waaronder de monografie Hongaarse volksmuziek (1937, vertaald in het Russisch). Kodály was ook voorzitter van de International Council for Folk Music (1963-67).

Kodály bleef jarenlang creatief actief. Onder zijn werken uit de naoorlogse periode verwierven de opera Zinka Panna (1948), de Symphony (1961) en de cantate Kallai Kettesh (1950) bekendheid. Kodály trad ook op als dirigent met uitvoeringen van zijn eigen werken. Hij bezocht veel landen, bezocht de USSR twee keer (1947, 1963).

Over het werk van Kodály schreef zijn vriend en collega Bela Bartok: “Deze werken zijn een bekentenis van de Hongaarse ziel. Uiterlijk wordt dit verklaard door het feit dat Kodály's werk uitsluitend geworteld is in Hongaarse volksmuziek. De interne reden is Kodai's grenzeloze vertrouwen in de creatieve kracht van zijn volk en hun toekomst.

A. Malinkovskaja