Alexey Lvovich Rybnikov |
Alexey Rybnikov
Componist, volkskunstenaar van Rusland Alexei Lvovich Rybnikov werd geboren op 17 juli 1945 in Moskou. Zijn vader was violist in het jazzorkest van Alexander Tsfasman, zijn moeder was kunstenaar-ontwerper. Moederlijke voorouders Rybnikov waren tsaristische officieren.
Het muzikale talent van Alexei manifesteerde zich van kinds af aan: op achtjarige leeftijd schreef hij verschillende pianostukken en muziek voor de film "The Thief of Baghdad", op 11-jarige leeftijd werd hij de auteur van het ballet "Puss in Boots".
In 1962, na zijn afstuderen aan de Centrale Muziekschool aan het Conservatorium van Moskou, ging hij naar de Moskouse PI Tsjaikovski in de compositieklas van Aram Khachaturian, waar hij in 1967 cum laude afstudeerde. In 1969 voltooide hij postdoctorale studies in de klas van hetzelfde componist.
In 1964-1966 werkte Rybnikov als begeleider bij GITIS, in 1966 was hij het hoofd van het muzikale deel van het Drama en Comedy Theater.
In 1969-1975 doceerde hij aan het conservatorium van Moskou aan de afdeling compositie.
In 1969 werd Rybnikov toegelaten tot de Unie van Componisten.
In de jaren zestig en zeventig schreef de componist kamermuziekwerken voor pianoforte; concerten voor viool, voor strijkkwartet en orkest, voor accordeon en orkest van Russische volksinstrumenten, "Russische ouverture" voor symfonieorkest, enz.
Sinds 1965 maakt Alexei Rybnikov muziek voor films. Zijn eerste ervaring was de korte film "Lelka" (1966), geregisseerd door Pavel Arsenov. In 1979 werd hij lid van de Union of Cinematographers.
Rybnikov schreef muziek voor meer dan honderd films, waaronder Treasure Island (1971), The Great Space Journey (1974), The Adventures of Pinocchio (1975), About Little Red Riding Hood (1977), You Never Dreamed of… “(1980 ), “Dezelfde Munchhausen” (1981), “Origineel Rusland” (1986).
Hij is de auteur van muziek voor de tekenfilms "The Wolf and the Seven Kids in a New Way" (1975), "Dat is hoe verstrooid" (1975), "The Black Hen" (1975), "The Feast of Disobedience ” (1977), “Moomin en de komeet” (1978) en anderen.
In de jaren 2000 schreef de componist muziek voor de documentaire Children from the Abyss (2000), het militaire drama Star (2002), de tv-serie Spas Under the Birches (2003), de komedie Hare Above the Abyss (2006), de melodrama “Passenger” (2008), militair drama “Pop” (2009), kinderfilm “The Last Doll Game” (2010) en anderen.
Alexei Rybnikov is de auteur van muziek voor de rockopera's Juno en Avos en The Star and Death of Joaquin Murieta. Het toneelstuk "Juno en Avos", opgevoerd op de muziek van Rybnikov in het Lenkom Theater in Moskou in 1981, werd een evenement in het culturele leven van Moskou en het hele land, het theater toerde herhaaldelijk met succes met deze voorstelling in het buitenland.
In 1988 richtte Alexei Rybnikov de productie- en creatieve vereniging "Modern Opera" op onder de Unie van Componisten van de USSR. In 1992 werd hier zijn muzikale mysterie “Liturgie van de catechumenen” aan het publiek voorgesteld.
In 1998 schreef Rybnikov het ballet "Eternal Dances of Love" - een choreografische "reis" van een verliefd paar naar het verleden en de toekomst.
In 1999 werd bij decreet van de regering van Moskou het Alexei Rybnikov-theater opgericht onder het Comité voor Cultuur van Moskou. In 2000 gingen scènes uit het nieuwe muziekdrama Maestro Massimo (Opera House) van de componist in première.
In 2005 werd voor het eerst de Vijfde symfonie van de componist "Resurrection of the Dead" voor solisten, koor, orgel en groot symfonieorkest uitgevoerd. In de originele compositie is de muziek verweven met teksten in vier talen (Grieks, Hebreeuws, Latijn en Russisch) ontleend aan de boeken van de oudtestamentische profeten.
In hetzelfde jaar presenteerde het Alexei Rybnikov Theater de musical Pinocchio.
Tijdens de nieuwjaarsvakantie van 2006-2007 toonde het Alexei Rybnikov Theater de première van de nieuwe show Roodkapje.
In 2007 presenteerde de componist twee van zijn nieuwe werken aan het publiek - Concerto Grosso "The Blue Bird" en "The Northern Sphinx". In het najaar van 2008 werd in het Alexei Rybnikov Theater de rockopera The Star and Death of Joaquin Murieta opgevoerd.
In 2009 creëerde Alexey Rybnikov een auteursversie van de rockopera Juno en Avos, speciaal voor vertoning op het Pierre Cardin Festival in Lacoste.
In 2010 vond bij de wereldpremière het Symfonieconcerto voor cello en altviool van Alexei Rybnikov plaats.
In het najaar van 2012 ging in het Alexei Rybnikov Theater het toneelstuk "Hallelujah of Love" in première, met scènes uit de beroemdste theaterwerken van de componist, evenals verschillende thema's uit populaire films.
In december 2014 presenteerde het Alexei Rybnikov Theater de première van het choreografische drama Through the Eyes of a Clown van de componist.
In 2015 bereidt het theater de premières voor van Alexei Rybnikov's nieuwe opera "Oorlog en vrede", een nieuw leven ingeblazen productie van de mysterieuze opera "Liturgie van de catechumenen", een muzikale kindervoorstelling "The Wolf and the Seven Kids".
Alexei Rybnikov is lid van de Patriarchale Raad voor Cultuur van de Russisch-Orthodoxe Kerk.
Het werk van de componist werd gekenmerkt door verschillende prijzen. In 1999 ontving hij de titel van People's Artist of Russia. Hij ontving de Staatsprijs van de Russische Federatie voor 2002. Bekroond met de Orde van Vriendschap (2006) en de Orde van Eer (2010).
In 2005 werd de componist onderscheiden met de Orde van de Heilige Prins Daniël van Moskou door de Russisch-Orthodoxe Kerk.
Onder zijn filmische prijzen zijn de Nika, Golden Aries, Golden Eagle, Kinotavr awards.
Rybnikov is laureaat van de Triumph Russian Prize for Promotion of the Highest Achievements of Literature and Art (2007) en andere publieksprijzen.
In 2010 ontving hij een ereprijs "Voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van wetenschap, cultuur en kunst" van de Russian Authors' Society (RAO).
Alexei Rybnikov is getrouwd. Zijn dochter Anna is filmregisseur en zijn zoon Dmitry is componist en muzikant.
Materiaal opgesteld op basis van RIA Novosti-informatie en open bronnen
